woensdag 31 juli 2013

Dag 18

Het is een frisse dag en het waait hard. Even twijfel ik of ik een lange broek moet aantrekken maar aangezien het de andere dagen ook veel te warm was denk ik niet dat het nodig zal zijn. Alle dagen heb ik uitgeslapen maar deze dag begin ik extra laat. De laatste etappe is nog maar een goede 15 kilometer dus ik bereik vroeg in de middag mijn eindbestemming.

Vanaf Strabeek loop ik een klein stuk door het weiland waar ik de eerste wandelaars al weer tegenkom. Deze wandelaars heb ik gisteren al eerder ingehaald. Toen heb ik er niet echt een praatje mee gemaakt dus dat besluit ik nu maar te doen. Ze vertellen dat er nog meer wandelaars bij hun in het hotel hadden overnacht die mij ook waren tegenkomen. Ze weten dat het over mij gaat als ze horen dat mijn ouders met de camper meereizen en ze mijn loopsnelheid zien. Na een kort praatje loop ik weer verder en kom ik uit aan de voet van een berg. Eerst volgt het pad de rand van de berg langs een rivier. Na een kilometer langs de berg te hebben gelopen volgt er een stevige klim naar de top. Omdat ik er pas een paar kilometer op heb zitten haal ik andere wandelaars met gemak in.

Ik kan niet wachten tot ik het eindpunt heb bereikt en loop in een noodvaart door. Bij een splitsing kom ik een bordje tegen waarop staat dat het nog maar 10 kilometer is. Voor de wandelaars die de andere kant oplopen staat er "Weet waar je aan begint". Even verderop zie ik grotten in de berg maar er loopt geen pad naartoe zodat ik een kijkje kan nemen. 

Als ik in Maastricht ben, loop ik Peter weer tegen het lijf. Ik had niet verwacht dat ik hem nog zou tegen komen. We maken weer even een praatje maar hij gaat dan op het terras zitten. Ik wil het terras bewaren voor het einde dus loop gauw door. De Sint-Pietersberg ligt een aantal kilometers voorbij Maastricht tegen de Belgische grens aan. Ik had het idee om door te lopen tot België om daar op het terras te gaan zitten aangezien het niet prettig is om het stuk van de berg weer terug te moeten lopen tot Maastricht. Mijn ouders bellen me op als ik zit te rusten op een bankje bij een kinderboerderij. Ze zijn al in het dorpje Kanne geweest net over de Nederlandse grens maar daar is volgens hun niets te beleven. Ze staan nu op een parkeerplaats op de Sint-Pietersberg en willen alvast naar boven gaan. Ik neem even een flinke slok van mijn drinkfles en vervolg mijn pad. Het is voor mij dan nog maar een half uurtje lopen.

Er loopt een verharde weg tot een terras bij fort Sint Pieter. Het fort wordt opknapt en er wordt een groot parkeerterrein aangelegd. Ik zie de camper al op het parkeerterrein staan en ga even kijken of mijn ouders toevallig nog binnen zitten. De camper is leeg en ze zullen dus al boven zijn. Door de aanleg van het nieuwe parkeerterrein moet ik even zoeken naar het juiste pad omhoog. 

De Sint-Pietersberg is eigenlijk niet echt een berg maar meer een mergelgroeve. In de loop der jaren is de berg bijna volledig afgegraven en het is dus niets meer dan een grote put. Terwijl ik langs de rand van de groeve loop twijfel ik of ik het eindpunt heb bereikt. Ik pak mijn GPS erbij maar die geeft een hele rare positie door. Een minuut eerder ben ik een splitsing voorbij gelopen dus ik loop even terug om zeker te zijn dat ik de goede weg heb genomen. Eenmaal bij de splitsing aangekomen geeft mijn GPS weer de juiste positie door. Ik had wel het juiste pad genomen en een halve kilometer verder bereik ik om 12 uur het eindpunt van het Pieterpad. Mijn ouders staan me al op te wachten en maken een foto. Er zitten ook een aantal andere wandelaars waarmee we even kletsen voordat we weer naar beneden lopen. De wandelaars vertellen ons dat je een oorkonde kan afhalen bij het café aan het begin van de berg. We waren toch al van plan om daar een drankje te nemen dus dat komt goed uit. Op de weg naar beneden komen we wederom Peter tegen. We feliciteren elkaar en nemen afscheid. Op het terrasje bestel ik een welverdiend pilsje en krijg ik mijn oorkonde overhandigd. Mijn ouders zetten mij die zelfde middag nog op de trein naar huis.

Ik kan nu terugkijken op een geslaagde reis door Nederland. Ik ben in 18 dagen van Pieterburen in Groningen naar de Sint-Pietersberg in Limburg gelopen. Ik mag van geluk spreken dat ik zo'n goed weer heb gehad. Het was soms wel afzien met die hitte, vooral op de stukken zonder schaduw. De eerste weken heb ik veel last gehad van mijn rug door de zware tas. Ook mijn voeten zagen er niet al te best uit met de vele blaren. Vanaf het middenpunt in Vorden ging het al stukken beter. Daar heb ik gedag gezegd tegen mijn tentje en heb vanaf dan iedere nacht geslapen in de camper. Ik ben veel wandelaars tegen gekomen onderweg maar zoals verwacht liepen er weinig mensen van mijn leeftijd.

Ik wil dit blog afsluiten met een bedankje aan iedereen die mij heeft gesteund tijdens mijn reis. Bedankt!!!

dinsdag 30 juli 2013

Dag 17

Vannacht heeft het volop geregend maar deze ochtend is het bewolkt en ideaal weer om te lopen. Vanaf de camping loop ik verder de straat uit om weer op het pad uit te komen. Terwijl ik in de bossen loop hoor in een vogel tegen een boom tikken. Ik denk eerst dat het een specht is maar als ik iets beter kijk zie ik een ander soort vogel insecten vanonder de schors eten. Al vrij gauw kom ik een andere wandelaar tegen. Hij is vanaf een ander pad gekomen dus ik denk niet dat hij het Pieterpad loopt. De wandelaar is een jaar of 60 maar ondanks die leeftijd is hij nog best fit. Als ik hem na een tijdje weet in te halen verteld hij mij dat hij iedere dag naar familie loopt een dorpje verderop. Na een paar honderd meter ben ik weer in Duitsland waar onze wegen scheiden. Het is de eerste keer dat ik een grensbord zie staan.

Op het moment dat ik Isenbruch wil inlopen komt er een ventje op een quad aangereden. Hij vraagt aan me of ik wil teruglopen omdat er koeien aankomen. Ik vindt het sonde om terug te lopen dus vraag of ik een paar meter verderop mag wachten bij de drinkbak. De jongen vindt het goed maar dan moet ik wel over de drinkbak heenstappen om in de wei te wachten aangezien de koeien waarschijnlijk willen drinken.

Terwijl ik over het hek en de drinkbak heen klauter rijdt de jongen verder om een aantal slagbomen naar beneden te zetten. Langzaam maar zeker komen de koeien deze kant opgelopen. Ik maak maar even van de gelegenheid gebruik om te rusten en water te drinken. De koeien lopen op hun gemak over het pad en staan op sommige stukken een lange tijd stil. Bijna alle koeien willen wel even drinken dus het duurt best een tijd voor ik weer verder kan. Na ongeveer 10 minuten komt de boer de koeien opjagen met een graafmachine. In een mum van tijd duwen de koeien elkaar verder over het pad en heb ik weer de ruimte om over het hek heen te stappen.

Vanaf het boerendorpje Isenbruch is het niet ver meer tot Sittard. Via een pad langs een beek loop ik naar het centrum. Ik heb er dan pas 10 kilometer opzitten en vindt het nog te vroeg om een terrasje te pikken. Na Sittard komt het heuvellandschap van Limburg. Het is een flinke klim naar het naastgelegen dorpje Windraak. Iets voorbij dat dorpje kom ik de man met de baard tegen van gisteren. Hij vindt het fijn om vroeg te lopen en is vanochtend vertrokken om 6 uur. Na een tijdje naast hem te hebben gelopen, loop ik verder in mijn eigen tempo.

Nu is het nog bijna 15 kilometer over heuvels heen. Onderweg kom ik veel wandelaars tegen waar ik kort een praatje mee maak. Ik heb al een tijd geen bankje meer gezien dus heb mezelf voorgenomen dat ik bij de eerst volgende ga uitrusten. Ongeveer 5 kilometer voor Strabeek kom ik een bankje tegen waar helaas al een groep wandelaars bij staat. Ik loop naar ze toe om een praatje te maken. Het zijn 2 verschillende wandelgroepen bestaande uit een koppel en 3 andere wandelaars. Een van de mannen biedt al vrij vroeg zijn zitplaats aan. Ik heb er een flink stuk opzitten dus dat aanbod sla ik niet af. Net als 1 van de vrouwen het over de slechte weersverwachting heeft begint het zachtjes te regenen. De wandelaars lopen daarom maar verder. Ik spreek de 3 wandelaars nog even aan als ze de verkeerde kant oplopen. Maar ik kom erachter dat zij niet het Pieterpad lopen. 

Ik zit pas een paar minuutjes dus rust nog wat langer uit. Even later komt een vrouw voorbij gelopen. Ze zegt me te herkennen van gisteren. Pas als ze zegt dat ze met een man met een baard heeft zitten kletsen weet ik wie ze is. Het is een gezellige vrouw en loopt ook het gehele Pieterpad in haar eentje. Zij weet me te melden dat de man met de baard Peter heet. Ze loopt het Pieterpad om tot rust te komen. Ze is 15 jaar geleden gebeten door een teek en leidt aan de ziekte van lyme. Tijdens haar 6 weken durende reis is ze nogmaals door een teek gebeten en heeft ze een week rust moeten nemen vanwege de antibiotica-kuur. We hebben ruim een half uur zitten kletsen en vinden het dan tijd om door te lopen.

Het begint nu harder te regenen en in tegenstelling tot andere dagen heb ik nu niet veel bossen waar ik kan schuilen. Ik vindt het eigenlijk wel lekker die hemelse verfrissing en loop gewoon in het zelfde tempo door. 
Op de laatste kilometer krijg ik een vrij diepe snee in mijn arm van een grote distel die tegen een klapdeurtje staat waar ik doorheen moet.

Na een uur lopen kom ik aan in Strabeek waar de camper wederom langs de route staat geparkeerd. We rijden door tot in Valkenburg. Onderweg valt me op hoe vol de terrasjes zitten en hoeveel toeristen er door de stad heen slenteren. Om op het terrein van de camping te komen moeten we een smal weggetje omhoog naar de berg. Daarvoor moeten we eerst nog een stuk doorrijden omdat we met onze camper de draai niet kunnen maken. De camping is gezien de faciliteiten vrij duur en ze vragen ook voor ieder klein ding geld. Mijn ouders gaan even rondkijken in de stad, maar ik heb niet veel zin om in al die drukte te lopen en blijf bij de camper. Ik ga nog wel even snel kijken bij een toren bovenop de berg. Het is een mooi dichtbegroeid pad naar de top van de berg. Bovenop de berg is er een rodelbaan en een stoeltjeslift die waarschijnlijk van het centrum vandaan komt. De rest van de avond luister ik muziek en ga ik vroeg naar bed.

maandag 29 juli 2013

Dag 16


Na de avond te hebben doorgebracht op een camping in Asselt wordt ik 's Ochtends weer gedropt in Swalmen. Van daar loop ik door mooie lange stukken bos. Ik kom onderweg niet veel mensen tegen. Wel kom ik een omheining tegen met daarbinnen kangaroo's. Die kunnen blijkbaar het Nederlandse weer prima verdragen.

Bij een groot landhuis mag ik weer van de weg af over een dichtbegroeid pad. Even later wordt het een smal padje tussen 2 weilanden in, met aan beide kanten prikkeldraad gespannen. Op het  bankje langs het pad zit een gezin te rusten. Zij hebben ook een Pieterpad-boekje in de hand maar ik spreek ze verder niet aan.

Ik kom ook weer door een gebied met wilde koeien. Er staat een koe in de sloot om af te koelen en de rest staan precies op het pad waar ik langs moet. Als ik ernaartoe loop kijken ze me een beetje dom aan en blijven op hun plek staan. Ik wil eigenlijk niet achter ze langs lopen voor het geval er eentje naar achteren trapt maar als er een koe een stuk naar voren loopt zie ik mijn kans en ren er snel langs.

Maandag is een mindere dag om te lopen. Ik passeer voldoende dorpjes met terrasjes en winkeltjes maar alles is gesloten. Ik neem zelf altijd 4 flesjes mee, dus moet het daar mee wel kunnen redden.
Net buiten Melick zie ik boven de bossen de kerktorens al weer uitsteken van het volgende dorp Sint Odiliënberg. Deze kerk valt op omdat hij 2 torens heeft in tegenstelling tot veel andere kerken. In het bos buiten Sint Odiliënberg loop ik weer eens verkeerd. Gelukkig is er een heel raamwerk van paden door het bos dus duurt het niet lang voor ik weer op het pad uit kom. Halverwege het bos ligt er een boom op het pad die net te hoog is om overheen te kunnen stappen en net te laag is om onderdoor te kruipen. Ik loop er dan maar met een grote boog omheen. 

Aan de rand van Montfort staat een monument voor de Romeinen bestaande uit 2 rotsen met daarin een gigantische munt. Als ik het dorp in loop kom ik de camper van mijn ouders weer tegen. Ze hadden een andere wandelaar gevraagd waar het pad langs loopt en hebben daarna de camper langs de route geparkeerd. Na een korte pauze en het bijvullen van mijn drinkflesjes vervolg ik mijn weg weer. Mijn ouders rijden alvast naar een camping een kleine 15 kilometer verderop. Iets buiten Montfort staat een vervallen kasteel. Volgens de borden worden hier regelmatig middeleeuwse shows gegeven.

Het volgende stuk tot de camping loopt voornamelijk langs de randen van bossen en akkers. Een aantal boeren zijn het land aan het omploegen. Ik mag er een hele tijd naar kijken want ik passeer zijn grondgebied langs 3 kanten. In de bossen kom ik een groep tieners tegen die onder begeleiding van ouders met de paarden aan het wandelen zijn. Een kleine groep staat te wachten bij het water tot de andere helft zich weer heeft aangesloten.

Het laatste dorp waar ik vandaag doorheen kom heet Slek. Blijkbaar was prikkeldraad of schrikdraad niet genoeg voor de heide bij dit dorp en hebben ze er een heuse vangrail omheen gebouwd. Dat terwijl er alleen maar 2 jonge kalveren in de weide staan. In het centrum van het dorpje ligt een enorme zwerfkei, maar na een foto heb ik het al snel weer gezien en loop verder. Ongeveer 2 kilometer voor de camping kom ik een man en vrouw tegen die op een bankje zitten te kletsen. De man is ook heel het Pieterpad achter elkaar aan het lopen en is een dag eerder vertrokken dan mij. Het is een brede vent en aan zijn grote snor en baard te zien heeft hij zich in de tussentijd niet geschoren. Ook hij reist van camping naar camping en we zijn van plan op dezelfde camping te overnachten. Op zijn tas zit een grote zonnecel die hij gebruikt voor het opladen van zijn telefoon. De man en vrouw wandelen waarschijnlijk niet samen aangezien de vrouw maar een klein tasje bij heeft.

Mijn ouders hebben een SMS gestuurd dat de camper achteraan op het terrein van de boerencamping staat. Ik passeer een grote boerderij die is omgebouwd tot verblijfsplaats. Er zijn ruim 10 verschillende accommodaties met daarin veel Polen en Duitsers. Als ik bij de camper aankom doe ik eerst mijn voeten in een emmer ijskoud water. De laatste dagen heb ik veel kramp in mijn voeten en volgens mijn ouders moet dit helpen. Voor het douchen heb je normaal gezien muntjes nodig maar het water is zo warm dat ik niet eens de moeite doe om er geld in te gooien. Voor een boerencamping is het echt een heerlijke douche. Als ik de douche uitkom staat de meneer met de baard op het terrein. Hij heeft een kleiner tentje bij dan mij en zit muziek te luisteren in een stoel die hij van de buren heeft geleend.

Op een krijtbord bij de douches staat dat je op de camping kunt eten bij het restaurant. Als we bij het restaurant aankomen blijkt ook deze gesloten te zijn. Gelukkig is er aan de overkant van de camping een veel luxer vakantiepark. We besluiten dan maar om daar te gaan eten. Het voordeel van grote vakantieparken is dat je gewoon het terrein kan oplopen zonder dat iemand vragen stelt. We gaan zitten bij de friettent maar het duurt vrij lang voordat we ons eten krijgen. Ze werken ook niet echt gestructureerd. Veel mensen komen terug omdat ze het verkeerde eten hebben gekregen of dat er iets ontbreekt. 

Voor de rest ziet het park er echt verzorgd uit. Het staat volgebouwd met chaletjes en er lopen veel jongeren rond. Er is een meer waar je kan zwemmen en bij het meer zijn er genoeg andere activiteiten waar je aan deel kan nemen. Het is een prettig vakantiepark waar ik in de toekomst misschien nog een keer naar toe wil gaan.